Wie denkt dat ouders alleen maar kritiek spuien, vergist zich. Zij geven een genuanceerd beeld en laten zowel positieve als kritische geluiden horen. Behalve suggesties dus ook een opsteker voor de leerkrachten.
Ouders vertellen niet alleen wat er ontbreekt aan het schoolaanbod of wat er beter kan, maar ook wat ze waarderen. Bijvoorbeeld dat de school zoveel rust uitstraalt: ‘Op die andere school pfff… gek werd je daarvan. Dat gekrioel door de gangen en schreeuwen en duwen en overspannen meesters en juffen. Hier niet. Iedereen straalt rust uit. Zelf zou ik het niet kunnen hoor met die kinderen, ik vind het heel knap wat ze hier doen. En heel rustig. Je gaat er vanzelf ook rustig door lopen in de gang, heel grappig.’ De tijd en aandacht die er is voor de kinderen wordt geprezen: ‘M’n dochter is rustiger in deze kleine klas, ze heeft hier veel meer aandacht en ik denk dat het toch een kind is die het heerlijk vindt die aandacht. Die krijgt ze ja.’ ‘De directeur die kent je en die groet je niet alleen in de gang als je voorbij komt, maar ze weet ook nog wie je bent. ‘Iedereen in de gebouw is aardig. Mevrouw aardig, meneer aardig.’ ‘Het schoolplein vind ik gezellig, ik ken weinig scholen die zo’n schoolplein hebben. Het is ruim, het is overzichtelijk, er zijn speeltuigen voor de kleine en juist voor de grotere op een andere manier, nee dat vind ik perfect.’
Allemaal kwaliteiten die de leerkrachten van tevoren niet hadden bedacht als belangrijke uitkomst.
De ouders die veel onderlinge contacten hebben, zijn hier zeer positief over. Men krijgt van andere ouders in vergelijkbare omstandigheden begrip, steun en praktische tips. Ouders wisselen ervaringen uit, doen sociale contacten op en vergroten hun mondigheid. De ouders die geen of weinig contact met ‘lotgenoten’ hebben, spreken een grote behoefte uit aan herkenning en erkenning.
Het project ‘Samen Opvoeden’ wordt door ouders zeer gewaardeerd. Daarbij speelt het feit dat er contact met andere ouders plaatsvindt een grote rol. Een van de geïnterviewde ouders heeft ’s morgens nog een gesprek met de meester gehad over het gedrag van haar zoon. Ze had ook graag gehoord wat andere ouders haar zouden adviseren: ‘Dan was het weer fijn geweest als je samen opvoeden had gehad. Dat voorleggen en dan kreeg je daar reacties over hoe andere moeders het zullen doen. Daar heb je hartstikke veel aan. Hoe hun dat met hun kinderen zullen doen, weet je wel? Hoe zij zoiets zouden aanpakken. Moeders onder elkaar en dan de begeleiders, dat is gewoon grandioos. Ik heb dat echt nodig.’
Ook een andere moeder is laaiend enthousiast: ‘In de tijd van mijn jongste hadden ze zulke dingen voor de moeders niet hoor. Nu wel, dat vind ik allemaal hartstikke leuk. Net als samen.. eh .. kinderen samen opvoeden. Toen heb ik ook in een groep gezeten, nou echt daar heb ik vreselijk veel, echt steun aan. Echt en ik vind dat ze daar gewoon door mee moeten blijven gaan. Ik vind het jammer dat het nou hier niet meer is hoor. Want ik had zo weer meegedaan, want ik heb er veel steun aan gehad.’
Weer een andere ouder wijst op de effecten: ‘De school heeft er aan bijgedragen dat hij ook ondersteuning krijgt buiten de school. Dat is hem juist, daar was die oudergroep zo goed voor. Als hij dan thuis was en wij hadden dan die gesprekken gehad van samen kinderen opvoeden, dan ging het buiten school ook soepeler.’
Ervaringen van ouders
Ouders merken dat zij hun ervaringsdeskundigheid meteen gebruiken als ze in contact met andere ouders komen: ‘Het meeste leer je onderling van elkaar. Want zij hebben het ook meegemaakt.’ ‘Wij weten van elkaar hoe moeilijk het is. Je bent niet gebaat bij: doe dit, doe dat niet, beschuldigen. We zijn onder elkaar heus wel eerlijk. Verdoezelen niks. Dat is ook niet nodig.’ ‘Hier snappen ze dat de een kan leren van de ander en de ander van de een.’
Zij vinden overigens dat de school wel wat meer gebruik zou kunnen maken van de ervaringsdeskundigheid van ouders: ‘Wat werkt bij mij thuis, dat kan ook bij die juf werken. Maar dan moet ze het wel kunnen horen.’
Reactie
Tot slot de reactie van directeur Lorna Staats. Zij stelt tevreden vast dat de school dus niet alles zelf hoeft te doen: ‘Ouders betekenen onderling ook veel voor elkaar. We hoeven niet alles over te nemen. Wij kunnen ouders met elkaar in contact brengen, maar het elkaar steunen doen zij zelf. Dat scheelt ons weer tijd. Zo zie je: je hoeft alle last niet zelf te dragen. Dat geldt voor ons en de ouders.’